De drie grondbeginselen van de theosofie

Illustratie
Drie grondbeginselen
Details
Datum en uur: 
zondag, 5 september, 2010 - 11:00 tot 13:00
Spreker: 
Sabine Van Osta
Bijdrage: 
Vrije bijdrage

Toen zij dan in 1888 De Geheime Leer presenteerde aan de wereld stelde mevrouw Blavatsky in de inleiding onder meer drie grondbeginselen voor die de lezer van haar opus magnum voortdurend in het achterhoofd diende te houden wanneer hij het boek doorkauwde. Het betreft drie universele principes die ten allen tijde in alle universa en werelden aan het werk zijn, principes waarop het bestaan zelf van alle denkbare en ondenkbare fenomenen en levensvormen gegrondvest is.

HPB en Olcott
HPB en Olcott
  1. Een eerste grondbeginsel is het Eenheidsprincipe dat mevrouw Blavatsky als volgt geformuleerd heeft: “Een alomtegenwoordig, eeuwig, grenzeloos en onveranderlijk BEGINSEL, waarover elke speculatie onmogelijk is, omdat het het menselijke begripsvermogen te boven gaat en door menselijke uitdrukkingen of vergelijkingen alleen kan worden verkleind. Het ligt buiten het gebied en het bereik van het denken - met de woorden van Mandukya ‘ondenkbaar en onuitsprekelijk'. Om te bereiken, dat deze denkbeelden duidelijker voor hem worden, kan de lezer van de vooronderstelling uitgaan dat er één absolute realiteit is die voorafgaat aan al het gemanifesteerde voorwaardelijke zijn. Deze oneindige en eeuwige oorzaak – vaag omschreven als het 'onbewuste' en 'onkenbare' van de huidige Europese filosofie – is de grondslagloze grondslag van 'alles wat was, is, of ooit zal zijn'. Zij heeft natuurlijk geen enkele eigenschap en heeft in essentie geen enkel verband met het gemanifesteerde eindige zijn. Zij is eerder 'de Zijn-heid' dan Zijn (Sat in het Sanskrit) en gaat alle denken en speculatie te boven.”

Uit dit Eenheidsbeginsel vloeien nogal wat universele principes voort waaronder dat principe dat vervat is in de eerste doelstelling van de Theosofische Vereniging, namelijk de Universele Broederschap. Verder ligt deze Oorzaakloze Oorzaak aan de basis van de Wet van Oorzaak en Gevolg of de Wet van Karma die we misschien ook wel de Wet van Evenwicht kunnen noemen waarbij we ons de manifestatie kunnen voorstellen als een gigantisch kluwen van communicerende vaten, waarbij elk van deze vaten met elkaar in verbinding staan, rechtstreeks dan wel onrechtstreeks en waarbij elke verstoring in één vat onmiddellijk – zichtbaar of onzichtbaar - gevolgen heeft voor de andere vaten. Dit beginsel is echter onder één of andere vorm in vele denksystemen en religies terug te vinden en één van de bedoelingen van de Geheime Leer is om o.a. deze gemeenschappelijke aanname binnen verschillende religies aan te tonen.

  1. Hand in hand met het eenheidsbeginsel vinden we de wet van cycliciteit terug als tweede grondbeginsel van de theosofie: “De eeuwigheid van het Heelal in toto als een grenzeloos gebied, is periodiek ‘het toneel van talloze Heelallen die zich onophoudelijk manifesteren en weer verdwijnen’ en die ‘de zich manifesterende sterren’ en ‘de vonken van de eeuwigheid’ worden genoemd. 'De eeuwigheid van de pelgrim' is als een oogwenk in het Bestaan van het grote Zelf (Boek van Dzyan). ‘Het verschijnen en verdwijnen van werelden is als een regelmatig getij van eb en vloed.’ Cycliciteit, of ook Reïncarnatie maar dan in de meest brede zin van het woord is niet alleen van toepassing op de mens maar betreft eveneens, zoals het voorgaande grondbeginsel, alle bestaande levensvormen. Zelfs diegene waarvan wij nu nog geen kennis hebben.
  2. Het derde grondbeginsel betreft “de fundamentele gelijkheid van alle zielen met de Universele Over-ziel, die zelf een aspect is van de Onbekende Grondslag; en de verplichte pelgrimstocht voor iedere ziel – een vonk van eerstgenoemde – door de Cyclus van Incarnatie (of ‘Noodzakelijkheid’) in overeenstemming met de cyclische en karmische wet gedurende het hele tijdperk.”. De ziel, iedere ziel, van iedere levensvorm wordt beschouwd als een vonk van de Universele Over-ziel. Een verre echo van dit principe vinden we terug in bijvoorbeeld de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens aangenomen door de Verenigde Naties in de jaren 1950.

De drie grondbeginselen vinden we eveneens terug in het zegel van onze Vereniging. Vandaar dat, wanneer we het zegel verklaren, we het de facto hebben over de grondbeginselen en omgekeerd. Daarbij blijft het nuttig om kanttekeningen te maken over de manier waarop een begrip van de grondbeginselen de mensen van nu kunnen ondersteunen in het leven van vandaag.

Sabine Van Osta is lid van onze loge.