Jainisme

Illustratie
Jainisme logo
Details
Datum en uur: 
zondag, 5 april, 2009 - 11:00 tot 13:00
Spreker: 
Chris De Lauwer
Bijdrage: 
Vrije bijdrage

India is de bakermat van drie oeroude religies: het hindoeïsme, het boeddhisme en het jainisme. Deze religies zijn alle drie gebaseerd op het geloof in de wedergeboorte. Na je dood wordt je geest herboren in een ander lichaam en de kwaliteit van je leven wordt bepaald door je daden in vorige levens (karma). Men beschouwt dit als een natuurwet, er is geen god of rechter die oordeelt, iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen daden. Het hoogste doel is de verlossing (moksha), het ontsnappen uit de eeuwige kringloop van sterven en geboren worden. Het jainisme is de godsdienst waartoe de meeste Indische diamantairs in Antwerpen behoren.

Jains vereren geen goden maar een reeks van 24 jina’s of “Tirthankara’s”, spirituele leraars die op aarde verschijnen om de mensen een weg naar de verlossing uit de kringloop van wedergeboorten te tonen. Hun belangrijkste gebod is “ahimsa” of het niet doden van alles wat leeft. De jains vormen een kleine maar belangrijke gemeenschap die een oude, ascetische leer weet te combineren met keiharde business. Hun verdoorgedreven ethische principes rond geweldloosheid inspireerden ondermeer Mahatma Gandhi.

De jain traditie plaatst de 24 Tirthankara’s in een ver, door ons niet te achterhalen verleden. De twee laatsten waren echter wel historische figuren: Parshva (de 23e) leefde in de 9e eeuw v.C. en Mahavira (de 24e) in de 6e eeuw v.C.. Mahavira wordt vaak als de stichter van het jainisme beschouwd maar in feite hervormde hij gewoon een reeds lang bestaande leer. Vooral de cosmologie en de metafysica rond karma zijn grondig uitgewerkt en meer afgelijnd en systematisch dan in andere Indische religies.

De belangrijkste principes van het Jainisme zijn:

  • het niet-doden van alles wat leeft (ahimsa)
  • het niet gehecht zijn aan bezit (aparigraha)
  • het erkennen van de veelzijdigheid van de waarheid (anekantavada)

Chris De Lauwer is docent aan de Faculteit voor Vergelijkende Godsdienstwetenschappen, Wilrijk.