Missie van de Theosophical Society (Adyar)
Het dienen van de mensheid door het ontwikkelen van een zich steeds verdiepend inzicht in, en verwerkelijking van de tijdloze wijsheid, spirituele zelf-realisatie en de eenheid van alle leven.
Alle religies zullen samensmelten in één enkele: die van de naastenliefde.
De wonderen van Meester Philippe, isbn 978-90-77135-19-8
Een vredige geest is het grootste cadeau dat je aan de wereld kan geven.
Kijk eens naar een boom, een bloem, een plant.
Laat je bewustzijn erop rusten.
Wat zijn ze stil, wat zijn ze diep geworteld in ZIJN.
Laat de natuur je leren wat innerlijke stilte is.
De stilte spreekt, isbn 9020283197
Hoe rijk we ook zijn, zolang we geen mededogen hebben, leven we zelf werkelijk in volledige armoede….
Het oog is vergankelijk en niet-duurzaam, evenals het oor en de neus; en ook de tong, het lichaam en de geest.
Van nature zijn zij onderhevig aan het lijden, zelfloos, leeg en hol, zij zijn als het gras of een muur, niet-onafhankelijk.
Lalitavistara Soetra, Boeddha, Dharma & Sangha p56, isbn 90-737728-11-8
Niet alle mensen kunnen occultist zijn, maar wel kunnen ze allemaal theosoof zijn. Velen, die nooit van de Society hebben gehoord, zijn theosoof zonder dit zelf te weten; want het wezen van de theosofie is het volkomen in harmonie brengen van het goddelijke met het menselijke in de mens, het aanpassen van zijn aspiraties aan zijn goddelijke eigenschappen en hun heerschappij over de aardse of dierlijke hartstochten in hem. Vriendelijkheid, de afwezigheid van alle vijandige gevoelens of zelfzucht, menslievendheid, een goede gezindheid jegens alle wezens en volkomen rechtvaardigheid tegenover anderen zowel als zichzelf, zijnde voornaamste kenmerken daarvan. Hij die theosofie onderwijst, predikt het evangelie van de welwillendheid; en het omgekeerde is ook waar – hij die het evangelie van de welwillendheid predikt, onderwijst theosofie.
Amerikaanse Conventies 1888-1891 - p 18-9
Zoals een massale rots niet wordt bewogen door de wind, zo blijven de wijzen onbewogen onder blaam of lof.
Dhammapada, VI De Wijze, p35, isbn 90-70328-09-7
Laat ieder eerst zorgen stevig te staan in juist gedrag, pas dan kan hij anderen adviseren. Zo'n wijze treft geen blaam.
Dhammapada, XII Het Zelf, p65, isbn 90-70328-09-7