Missie van de Theosophical Society (Adyar)
Het dienen van de mensheid door het ontwikkelen van een zich steeds verdiepend inzicht in, en verwerkelijking van de tijdloze wijsheid, spirituele zelf-realisatie en de eenheid van alle leven.
“God sprak: Nu laat ons mensen maken naar ons beeld, die op ons gelijken.” Genesis 1:26
Volgens de kabbalah, een mystieke traditie van joodse oorsprong, is het menselijk wezen een miniatuur replica van de universele orde van alles wat bestaat en wordt daarom beschreven als geschapen naar gelijkenis van zijn Schepper. Want ‘zo boven, zo beneden’.
In de klassieke kabbalah wordt de levensboom schematisch voorgesteld door middel van 11 universele kenmerken of sferen (sefiroth), een volledig metafysisch systeem dat onderlinge wisselwerkingen en verhoudingen weergeeft die herkenbaar zijn in alles wat zich manifesteert. De kabbalist benut dit sacrale schema als instrument om de werking van het universum in al haar aspecten te doorgronden. Volgens de kabbalah zijn er vier niveaus van manifestatie: goddelijk, geestelijk, psychisch en fysisch. In de Jacobsladder worden deze symbolisch weergegeven als vier levensbomen die elkaar doordringen, maar waarvan de ene ook boven de andere staat. Deze inter-dimensionale wisselwerking is van toepassing zowel op de macrokosmos (het universum) als op de microkosmos (het menselijk wezen).
De macrokosmische werelden van Emanatie, Creatie, Vorming en Handeling manifesteren zich microkosmisch in de spirituele, intellectuele, psychische en fysische natuur der mensheid. Het equivalent van de vier werelden is in elk menselijk wezen aanwezig. Het fysieke lichaam manifesteert zich als een organisch systeem van materie en energie die handelingen kan uitvoeren. De menselijke psyche ervaart de uitwerking van deze handelingen in de vorm van gedachten en emoties. Het menselijk intellect of geestesvermogen kan deze ervaringen op een bewuste manier waarnemen, begrijpen en inzichten verwerven, wat leidt tot kennis van het Zelf. Door zelfbewust en met vrije wil te handelen vanuit deze kennis, wordt de mens co-creator in het scheppingsproces. Dit bereikt zijn spiritueel hoogtepunt in de mystieke eenheidservaring, waar het individueel menselijke en het Universeel Goddelijke opnieuw verenigd zijn in één onverdeeld bewust-zijn.
De kabbalah gaat er vanuit dat de mensheid ontstaan is door de wens van God om God te leren kennen. Door emanatie van Zijn/Haar goddelijke kenmerken in de kosmische leegte van het ‘negatieve bestaan’, wordt deze opgevuld met eindeloos Licht (Ain Soph Aur) en manifesteert zich een ‘positief bestaan’ die als spiegel dient tot God. In deze manifestatie, die wij het universum noemen, zijn die goddelijke kenmerken inherent aanwezig en alom tegenwoordig. Omdat de mens een vrije wil heeft, hangt het mede van de mensheid zelf af hoelang dit proces duurt. Als co-creator kan je bewust de vraag stellen, wat is mijn ‘intentie’ of zoals de kabbalist dit noemt: Wat is mijn ‘kavannah’? Wat geeft mijn hart mij in? Help ik met wat ik doe meer en meer de spiegel te zijn van het Goddelijke? Dienen mijn daden het ‘hoger doel’ en bevorder ik hiermee de uiting van ‘zo boven, zo beneden’?
In deze samenwerking wordt de mens één met God waarbij de individuele ervaringen van gans de mensheid worden geïntegreerd in een geregenereerd Universeel Goddelijk Bewustzijn, opdat God ook God moge kennen!
De Talmoed zegt: “Als je één mens redt, red je het universum”
Sephiroth Mens (www.kabbalah-toledano.org)
> br>Robert Fludd, 17de eeuw (nl.wikipedia.org/wiki/Robert_Fludd)
Bijlage | Grootte |
---|---|
Introductie door Sabine | 61.85 MB |
Schema 1 | 1.92 MB |
Schema 2 | 1.56 MB |