Missie van de Theosophical Society (Adyar)
Het dienen van de mensheid door het ontwikkelen van een zich steeds verdiepend inzicht in, en verwerkelijking van de tijdloze wijsheid, spirituele zelf-realisatie en de eenheid van alle leven.
George Mead (1863-1933) was persoonlijk secretaris van mevrouw Blavatsky en internationaal vice-voorzitter van de Theosophical Society. Hij schreef tussen 1892 en 1924 een twaalftal geleerde boeken over de gnostische literatuur en haar Hellenistische en bredere achtergronden. Bekend zijn ‘Fragments of a Faith forgotten’, de eerste Engelse vertaling van de ‘Pistis Sophia’ en een serie van 11 boekjes ‘Echo’s van de Gnosis’. Deze werken werden toentertijd wereldwijd door talrijke theosofen en godsdiensthistorische wetenschappers bestudeerd en droegen bij tot de ontwikkeling van een westerse benadering van de theosofie. Hij wees op de belangrijke spirituele betekenis van de Hellenistische en Hermetische Gnosis in een wereld die werd beheerst door de eeuwenlange verkettering van alle gnostische geschriften en hun bestudeerders door de gevestigde Christelijke kerken.
Pas 50 jaar na deze uitbarsting van positieve belangstelling en studie over de gnosis kwamen de tientallen veelal oorspronkelijke gnostische boeken uit het zand van Nag Hammadi te voorschijn. De werken van de hoogleraren G. Quispel en R. van der Broek en van Jacob Slavenburg getuigen hiervan in het Nederlands taalgebied. Geleidelijk begint ook in de kerken de positieve belangstelling voor de gnostische leringen te groeien, in studie-groepjes, preken, boeken en zelfs in voorlezingen tijdens de eredienst.
Ronald Engelse zal in zijn lezing vooral ingaan op de inhoudelijke kant van de gnostische leringen. Hierbij staat de heruitgave in 2006 van Mead’s serie ‘Echos from the Gnosi ’ (1906-1908) centraal. Dit boek is als feestelijke ’Centennial (honderjarige) edition’ uitgegeven door John Algeo (toenmalig vice-president van de TS) en bevat toelichtingen van de eigentijdse gnosticus Stephan Hoeller. In de Nederlandse taal is in 2009 door de Rozekruis Pers het mooi verzorgde boekje Echo’s uit de Gnosis deel I uitgegeven.
Het zal gaan over gnostische mysteriën van Mithras en het oorspronkelijk Syrische Bruiloftslied der Wijsheid. Aan de verschillende versies van dit lied is te zien hoe het oorspronkelijk Joods–kabbalistische mysterie van het heilig huwelijk werd tot het sacrament van het bruidsvertrek, waarin de hemelse bruid (de ziel) zich verenigt met God en hoe het katholieke Pinksteren, waarin de Heilige Geest neerdaalt in de mens, zich wellicht hieruit heeft ontwikkeld. Een ander boekje uit de serie is gewijd aan ‘de Gnostische Kruisiging’ en geeft andere verruimende achtergronden van het huidige christendom. In deze boekjes wordt ook aandacht geschonken aan het vrouwelijk aspect van God. Het gaat dan over ‘Grote Moeder’ de ‘Moeder-Diepte’ en andere achtergronden van de centrale mythe waarop de gnosis is gebaseerd: eerst de indaling van Sofia (de Wijsheid) uit haar goddelijk milieu van diepte en God-voedende stilte tot in de laagste werelden. Daarna haar verlossing waarbij zij zich met Christus’ hulp via de zeven ‘hemelen’ weer met de Vader in de volheid (pleroma) kan verenigen. De schatkamer van de gnosis die ontsloten werd door Mead ontwikkelt zich in de laatste jaren tot een nieuwe stroom van algemene en oorspronkelijk christelijke beleving. Deze kan op den duur een broodnodige vernieuwing brengen in de kwakkelende kerkelijke groeperingen en waarachtige religiositeit in de agnostische en materialistische hoofdstroom in onze westerse maatschappijen.