Missie van de Theosophical Society (Adyar)
Het dienen van de mensheid door het ontwikkelen van een zich steeds verdiepend inzicht in, en verwerkelijking van de tijdloze wijsheid, spirituele zelf-realisatie en de eenheid van alle leven.
De mythische dichter-zanger Orpheus heeft sinds de oudheid tot vandaag tastbare sporen nagelaten in de westerse literatuur, de plastische kunsten en de muziek. Het Orphisme daarentegen laat zich voor ons minder scherp aflijnen.
De twistvraag blijft of men op basis van antieke testimonia - literatuur en schaarse materiële overblijfselen - mag besluiten dat het Orphisme ooit een aparte doctrine met eigen cultus is geworden. Vanaf de derde eeuw v.Chr. zien we weliswaar een zogenaamde orphische literatuur verschijnen (de orphische hymnen) maar vooral bij de neo-platonici in de late oudheid treffen wij een orphische antropogonie aan met een ritualisme gericht op de zuivering van het goddelijke element in de mens. Deze zuivering gebeurt volgens de orphici in het hiernamaals. Metalen plaatjes op de dode gelegd hadden de functie van reisgids voor de Hades.
In het eerste deel van de voordracht wordt de Orpheus-legende met haar transgressie tot mythe belicht vanuit de “archetypische” versie van de Romeinse dichter Vergilius en enkele varianten. Ieder verhaalmoment wordt geïllustreerd met voorbeelden uit de rijke Orpheus-receptie: in onze musea tonen ongeveer 440 schilderijen Orpheus als inspiratiebron voor oude én jonge kunstenaars.
In het tweede en belangrijkste deel van de voordracht wordt stilgestaan bij de kosmogonie en antropogonie die onmiskenbaar een wezenlijk bestanddeel uitmaakten van het orphische geloof. Uit de klassieke oudheid zijn ons 4 varianten overgeleverd van een orphisch scheppingsverhaal.
Hugo Cardon is sinds jaren geïnteresseerd in theosofie en leraar Latijn en Grieks.